De gemeente Hardenberg verleent een subsidie van 25.000 euro aan hospice ’t Huis aan de Vecht in Hardenberg. Dit geld is voor de realisatie van een derde kamer en de uitbreiding van de huiskamer. Daarmee heeft het hospice het benodigde budget bijeen.
Hospice ‘t Huis aan de Vecht biedt een thuis aan ernstig (terminaal) zieken. Een hospice is een huis waar een thuis wordt geboden aan ernstig (terminaal) zieken waarbij behandeling, gericht op genezing, niet meer mogelijk is. Dus dat de levensverwachting, naar medisch inzicht, ca. drie maanden is. Het hospice is een ‘bijna-thuis-huis’. Dit wordt zo genoemd omdat in principe de eigen huisarts de medische zorg blijft verlenen en de verpleegkundige zorg vanuit de thuiszorg zal worden gegeven. Daarnaast zijn voor alle dagelijkse zaken altijd vrijwilligers aanwezig.
Hospice ’t Huis aan de Vecht in Hardenberg is in augustus 2008 geopend. In het huis is ruimte voor twee gasten die elk de beschikking hebben over een eigen kamer met eigen sanitaire ruimte. Daarnaast is er in het hospice een gezamenlijke huiskamer waarin de gast overdag kan vertoeven. Vanwaar er ook nog eens mooi uitzicht is op de tuin en de uiterwaarden van de Vecht.
Verbouwing
Omdat de vraag naar zorgzwaarte en naar een plaats in het hospice de laatste jaren is toegenomen, wordt het hospice verbouwd en uitgebreid met een derde kamer. Ook de gezamenlijke huiskamer wordt vergroot. In de verbouwing en uitbreiding worden duurzame en energiezuinige maatregelen getroffen. Daarnaast wordt ook geïnvesteerd in klimaatbeheersing en akoestiek waardoor het verblijf voor de gasten comfortabeler wordt.
De totale kosten voor de verbouwing bedragen 350.000 euro. De financiering wordt grotendeels mogelijk gemaakt door Stichting Vrienden Hospice ‘t Huis aan de Vecht en middels (landelijke) fondsen en sponsoracties. Hierbij zijn alle middelen en regelingen benut. In totaal is er daardoor nu 325.000 euro beschikbaar. Het overgebleven tekort van 25.000 euro wordt nu dus dankzij de gemeentelijke subsidie gedekt.
Tekst en foto: Tineke Eilander, Omroep NOOS